Boer met schulden krijgt een door de rechtbank gesteund plan voor schuldsanering waarmee hij zijn huis en boerderij ter waarde van € 1,8 miljoen kan behouden

Boer met schulden krijgt een door de rechtbank gesteund plan voor schuldsanering waarmee hij zijn huis en boerderij ter waarde van € 1,8 miljoen kan behouden

Een boer met schulden heeft een door de rechtbank gesteund plan voor schuldsanering gekregen waarmee hij zijn huis en boerderij ter waarde van 1,8 miljoen euro kan behouden.

Over de bezwaren van zijn primaire schuldeiser vaardigde rechter Alexander Owens bevelen uit waarin hij de persoonlijke insolventieregeling (PIA) goedkeurde die werd aangevraagd door de in Wexford gevestigde Fergus O’Connor (47), die schulden heeft van in totaal €1,1 miljoen.

Het is begrijpelijk dat dit de eerste keer is dat het Hooggerechtshof de betwiste aanvraag van PIA voor een boerderij heeft gehoord, die is beschreven als een “kernactiva”.

De rechtbank hoorde dat er geen afschrijving zou plaatsvinden op de schulden van de heer O’Connor, die werden geherstructureerd om hem weer in solvabiliteit te brengen.

Zijn schulden vloeiden voornamelijk voort uit geld dat hij en zijn inmiddels van elkaar vervreemde vrouw in 2006 leenden van Ulster Bank om 64 acres land te kopen voor 1,1 miljoen euro.

Vervolgens verkocht hij verschillende activa, ter waarde van zo’n 800 duizend euro, om het bedrag te verminderen.

De bank boekte echter een vergoeding op andere gronden die zij bezat, en de lening werd later verkocht aan Promontoria Oyster DAC.

Advocaat Keith Fary, van de persoonlijke curator van de schuldenaar, Gary Digne van PKF-FPM, vertelde de rechtbank dat de behandeling van de schuld “zeer eerlijk” was, waarbij alle concurrente schuldeisers in totaal € 27.000 verschuldigd waren, volledig te betalen op afronding van de driejarige PIA.

Volgens deze overeenkomst behoudt de heer O’Connor voor € 1,8 miljoen aan landbouwactiva, inclusief land en schapen, evenals zijn gezinswoning van € 230.000, gelegen op zeven hectare grond in Kilmockridge, Gorey.

De advocaat zei dat de heer O’Connor, een gescheiden vader van drie kinderen, zijn boerderij vraagt ​​om zijn brood te blijven verdienen als schapenboer en om zijn twee kinderen ten laste te onderhouden.

De heer Fary zei dat de Personal Insolvency Act van 2012 stelt dat de regeling niet vereist dat de schuldenaar activa verkoopt die “redelijkerwijs noodzakelijk” zijn voor zijn of haar bedrijf.

De heer O’Connor, die ook parttime in het transport werkt en een deel van zijn land pacht om zijn inkomen te verhogen, verdient € 2850 per maand.

De advocaat zei dat hij zijn balans kan afbetalen, aangezien zijn nettovermogen 594 duizend euro bedraagt.

Hij heeft echter niet genoeg cashflow om schulden af ​​te betalen op het moment dat ze vervallen.

O’Connor heeft momenteel 1.700 euro per maand om te voldoen aan zijn maandelijkse betalingsverzoeken van 16.900 euro, die hij “elke maand mist”, zei dhr. Fary.

Promontoria, dat € 874.000 schuldig is, betwistte de PIA toen deze voor het Circuit Court en het Hooggerechtshof werd gebracht.

Het Hooggerechtshof hoorde deze week dat onder het herstructureringsplan de heer O’Connor gedurende 30 jaar betalingen zal doen om de schuld van Promontoria volledig af te lossen.

Promontoria maakte bezwaar op grond van onder meer dat het onterecht bevooroordeeld was en dat de landbouwgrond waarop er vergoedingen waren “gemakkelijk verkrijgbaar” was, wat betekent dat het gemakkelijk kon worden verkocht.

Ze voerde verder aan dat de schuldenaar de mogelijkheid had om zijn schulden te betalen, maar ervoor koos dit niet te doen en vroeg de rechtbank om deze keuze naast zich neer te leggen.

Rechter Owens bevestigde de beslissing van de Circuit Court en keurde het Wetboek van Strafvordering goed.