Blinken zegt dat China’s ‘snelle en flitsende’ militaire opbouw angst aanwakkert onder de NAVO-leden VS | Nieuws

De “snelle en flitsende” militaire opbouw heeft geleid leden en bondgenoten om na te denken over hoe om te gaan met de dreiging die uitgaat van Peking en de alliantie tussen Poetin en president Xi. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken sprak woensdag op een persconferentie na een tweedaagse bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken.

Dit komt omdat Moskou beweerde dat Russische en Chinese strategische gevechtsvliegtuigen gezamenlijke patrouilles uitvoerden boven de Japanse Zee en de Oost-Chinese Zee.

Zuid-Korea, een bondgenoot van de VS, zei dat het gevechtsvliegtuigen door elkaar had gegooid nadat twee Chinese gevechtsvliegtuigen en zes Russische straaljagers zijn luchtverdedigingsgebied waren binnengedrongen.

De heer Blinken zei: “De leden van onze coalitie blijven bezorgd over het dwingende beleid van de Volksrepubliek China (VRC), het gebruik van desinformatie, de snelle en flitsende militaire opbouw, inclusief de samenwerking met Rusland.

“Maar we blijven ons ook inzetten voor het onderhouden van een constructieve dialoog met China waar we maar kunnen, en we verwelkomen kansen om samen te werken om gemeenschappelijke uitdagingen aan te pakken”, voegde hij eraan toe.

Volgens een rapport van het Pentagon zou Peking tegen 2035 een voorraad van 1.500 kernkoppen kunnen hebben in het huidige tempo van nucleaire opbouw.

De Verenigde Staten hebben hun bezorgdheid geuit over de intenties van China met zijn groeiende wapenarsenaal.

Dagen voordat Rusland in februari Oekraïne binnenviel, kondigde de Chinese regering aan dat de twee landen een “grenzeloze” strategische overeenkomst hadden gesloten.

Lees verder: Poetin overhandigt energiereddingslijn terwijl Xi ‘samenwerking met Rusland’ belooft

Hij voegde eraan toe: “Waar we het vandaag opnieuw over hebben gehad, is ervoor te zorgen dat we ons op concrete manieren aanpassen om de uitdaging aan te gaan.

“Er wordt erkend dat er in veel opzichten ook sprake is van wat Europeanen systemische rivaliteit noemen tussen China en veel van onze landen.

“Maar er is ook een erkenning dat we waar mogelijk manieren moeten vinden om samen te werken aan echt grote problemen.”